Vorige week zijn we gestart met het thema “mijn lichaam”.
We beginnen met een taalweek. Het basiswoord is “ik” We oefenen met de letters ‘i’ en ‘k’: in welk woord hoor je deze letter (kin, of buik, knie).
We rijmen met de woorden ik – fik, been –teen.
Met Mollie de mol herkennen we korte en lange woorden bv. arm, meisje, elleboog.
Daarna volgen 2 reken-weken waarin Sjoerd de cijferwoerd ons leert tellen tot en met 6 of 12. Minnie de muis leert wegen met onze handen of de weegschaal.
In de doktershoek spelen de kinderen om de beurt patiënt en dokter.
Wat u thuis kunt doen: lichaamsdelen benoemen, plaatjes zoeken, boeken (uit de bibliotheek) bekijken, elkaar meten en wegen, praten over een bezoek naar de dokter.
