
Vanaf deze week werken we drie weken over het thema herfst. We gaan naar verhalen luisteren nieuwe liedjes en versjes leren. We rekenen met kastanjes, eikels en paddenstoelen. We leren verhalen vertellen met Wim de woordspin. Arie de letterkanarie leert ons de beginletter van een woord.
In de rekenweken leert tante Truus ons om een serie te maken op lengte, grootte of dikte. Fred de bever leert ons wat links, rechts, onder, boven, schuin omhoog of omlaag, voor en achter is.
Wat de kinderen mee kunnen nemen: Alles wat met de herfst te maken heeft: beukennootjes, kastanjes, eikels, bladeren, takken, plaatjes over de herfst.
Wat u thuis kunt doen:
- Een wandeling maken in het bos.
- Spullen die de kinderen vinden verzamelen.
- Een herfsttafel inrichten.
- Knutselen met de gevonden spulletjes.
- Boekjes met herfstverhalen voorlezen.
- Bollen planten in de tuin of een pot.
Versje over de herfst:
Spinnetje, spinnetje, kriebelt aan mijn kinnetje. Kriebelt op mijn rug, en vlug weer terug.
Roetsj langs mijn been, op mijn dikke teen. Met een zuchtje wind, springt hij naar een ander kind.